Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Artikel 74 Invoer en doorvoer
1
Het binnen Nederland brengen van een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel of biocide is in afwijking van de artikelen 19 en 20 toegestaan wanneer het middel gezien het bijgeleverde etiket of gezien de samenstelling van de werkzame stof of preparaat bestemd is voor:
a
een lidstaat van de Europese Unie en voldoet aan de voorschriften inzake controle die in die lidstaat zijn vastgesteld ter implementatie van artikel 3, eerste lid, van richtlijn 91/414/EEG onderscheidenlijk artikel 3, eerste lid, van richtlijn 98/8/EG of
b
een land buiten de Europese Unie en aldaar niet verboden is.
2
De importeur van een middel als bedoeld in het eerste lid en de opvolgende eigenaar of houder van het middel dragen zorg voor de aanwezigheid op het bedrijf van een administratie, die voldoet aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen eisen. Daarbij kunnen regels worden gesteld inzake leveringen voor opslag en daarop volgende verzending vanaf het grondgebied van Nederland naar het buitenland.
3
Een importeur kan een middel als bedoeld in het eerste lid binnen Nederland leveren voor opslag mits daarop door de importeur en opvolgende eigenaar of houder van het middel vervoer tot buiten het Nederlands grondgebied plaatsvindt en de importeur, opvolgend eigenaar of houder de opslag overeenkomstig het tweede lid administreert.
4
Het tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een in Nederland gevestigde producent die een middel produceert dat gezien het bijgeleverde etiket of gezien de samenstelling van werkzame stof of preparaat niet bestemd is voor de Nederlandse markt voor zover de producent het middel op een met een importeur vergelijkbare wijze binnen het Nederlands grondgebied levert voor opslag als bedoeld in het derde lid.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.